REEF geeft raad nieuwsbrief

Dit zijn wij, team REEF geeft raad, wij binden, wij boeien en geven iedere maand kennis op juridisch advies. 

onze kennis uw groei

Mediation weigeren, wat zijn de gevolgen?

Het komt met regelmaat voor dat werknemers tijdens ziekte zich niet houden aan de re-integratie voorschriften en afspraken. Zowel de werkgever als de bedrijfsarts kunnen werknemers deze redelijke voorschriften opleggen, een voorbeeld van een dergelijk redelijk voorschrift is het aangaan van mediation. Wanneer een werknemer dit weigert, kan dit leiden tot verschillende gevolgen. 

Allereerst blijkt uit de rechtspraak dat het weigeren van mediation kan leiden tot het stop zetten van het loon. Hiervoor moet de mediation: 
•    zijn geadviseerd door de bedrijfsarts;
•    moet de werkgever aan de mediation redelijke voorwaarden verbinden;
•    overlegt de werkgever met de werknemer over de aan te stellen mediator;
•    weigert de werknemer de mediation. 

Daarnaast kan het weigeren van mediation leiden tot een ontslag, zo blijkt uit een recente uitspraak van de Rechtbank Overijssel. Werkgever heeft de rechtbank verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van een verstoorde arbeidsrelatie. Het wordt werknemer aangerekend dat zij gesprekken over de samenwerking en communicatie met werkgever heeft geweigerd. De werknemer heeft nagelaten bij verschillende gesprekken aanwezig te zijn, waaronder gespreken over mediation. Werknemer stelde dat de uitnodigingen voor de mediation te vaag waren, maar dit verweer ging voor de rechtbank niet op. Het was voldoende duidelijk uit de tekst wat de insteek was, daarnaast had werknemer toelichting kunnen vragen aan werkgever en dit heeft zij niet gedaan. Werknemer is de gesprekken uit de weg gegaan, en dit kan haar worden aangerekend. 

Al met al komen we dus tot de conclusie dat het weigeren van mediation, zijnde als redelijk voorschrift voor de re-integratie, tot gevolg kan hebben dat het loon wordt stopgezet en mogelijk zelfs tot een ontslag van werknemer. 

Heeft u vragen over dit artikel of wilt u een casus voorleggen? Scroll dan naar beneden en klik op de button: Ik heb een vraag over één van de onderwerpen. 

Nieuw in het huurrecht: Wet goed verhuurderschap

Per 1 juli 2023 is de Wet goed verhuurderschap in werking getreden. Met de invoering van deze wet gelden er aanvullende regels voor verhuur van woonruimte en voor verhuur van verblijfsruimte aan arbeidsmigranten. De kern van deze wetgeving is de introductie van een algemene landelijke norm voor goed verhuurderschap. Voor verhuurders wijzigen de volgende zaken:

U heeft een werkwijze om woondiscriminatie te voorkomen.
Om woondiscriminatie tegen te gaan moet u als verhuurder een heldere en transparante selectieprocedure gebruiken en bekendmaken. Daarbij dient u gebruik te maken van niet-discriminerende selectiecriteria. U dient afgewezen kandidaat-huurder moeten kunnen uitleggen waarom voor een andere huurder is gekozen. Vanaf januari 2024 moet u de werkwijze schriftelijk vastleggen, openbaar maken, aanpassen indien nodig en bekend maken bij uw werknemers.

U mag huurder niet intimideren
U kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan het dreigen om de huurovereenkomst te beëindigen of de elektriciteit af te sluiten.

U mag maximaal 2 maanden kale huur aan borg vragen
Als u huurder vraagt een waarborgsom te betalen dan mag deze vanaf 1 juli 2023 maximaal twee maanden kale huur zijn. Voor contracten afgesloten voor 1 juli 2023 mag dit maximaal drie maanden kale huur zijn. U moet de waarborgsom binnen 14 dagen na het einde van de huurovereenkomst terugbetalen. U mag op de waarborgsom alleen de volgende vier kostenposten verrekenen.

  • Achterstallige huur
  • Servicekosten
  • Schade aan de huurwoning die voor rekening van de huurder is
  • Energieprestatievergoeding.

Indien u hier gebruik van maakt dient het resterende bedrag binnen 30 dagen na beëindiging van de huur terug te worden betaald aan de huurder. U bent verplicht de huurder schriftelijk te informeren over de verrekening.

U legt alle afspraken met uw huurders schriftelijk vast
Sinds 1 juli 2023 bent u verplicht de afspraken met u huurder vast te leggen in een huurovereenkomst.

U geeft uw huurder informatie over de algemene rechten en plichten
U dient de huurder schriftelijk te informeren over:

  • De rechten en plichten ten aanzien van het gehuurde;
  • De hoogte van de waarborgsom en de wijze waarop deze wordt geretourneerd;
  • De contactgegevens van de eigenaar/beheerder;
  • De contactgegevens van een meldpunt waar de huurder terecht kan met klachten;
  • De betalingsverplichting ter zake de servicekosten waarbij geldt dat de huurder jaarlijks een volledige kostenspecificatie dient te ontvangen.

Let op: deze verplichting geldt ook voor reeds bestande huurovereenkomsten. Binnen een jaar na de inwerkingtreding van de wet dient genoemde informatie ook aan bestaande huurders te zijn verstrekt.

U mag geen onredelijke servicekosten vragen
In het beleidsboek Servicekosten van de Huurcommissie vindt u een overzicht van de toegestane servicekosten.

U houdt zich aan extra regels bij verhuur aan een arbeidsmigrant
Als u de woning aan arbeidsmigranten verhuurt, gelden de volgende extra regels:

  • U moet de huurovereenkomst los van de arbeidsovereenkomst vastleggen;
  • De informatie over de algemene rechten en plichten van de huurder moet u aanbieden in een taal die de arbeidsmigrant begrijpt of waar hij de voorkeur aan geeft.

U heeft een verhuurvergunning, nodig als de gemeente die verplicht 
Gemeenten hebben het recht om een verhuurvergunning voor woon- of verblijfsruimten verplicht te maken. Deze verplichting geldt niet voor toegelaten instellingen. Op basis van de Woningwet hebben zij namelijk een wettelijk taak opgedragen gekregen om werkzaam te zijn op het gebied van de volkshuisvesting. Een gemeentelijk verbod om te verhuren zonder verhuurvergunning verhoudt zich slecht tot deze wettelijke taak om te verhuren en zou toegelaten instellingen belemmeren in het uitoefenen van deze taak. 
De in de Wet goed verhuurderschap opgenomen algemene regels zijn inhoudelijk niet nieuw, maar wat wel nieuw is, is dat de gemeente op deze regels kan gaan handhaven. De gemeente kan bij een concrete overtreding van de een van de normen een bestuurlijke boete opleggen van maximaal €22.500,- wat bij herhaaldelijke overtredingen kan oplopen tot €90.000,-. Ook mogen gemeenten bestuursdwang toepassen, oftewel de verhuurder dwingen om de overtreding ongedaan te maken. Tot slot kunnen gemeenten als laatste redmiddel een zogenaamde ‘beheerovername’ toepassen. In dat geval treedt de gemeente als het ware in de plaats van de verhuurder. De gemeente kan de huurprijs opnieuw vaststellen en de huurpenningen innen.

Mocht u vragen hebben over één van de bovenstaande onderwerpen druk dan op onderstaande button. 

Ik heb een vraag over één van de onderwerpen